Inbouwrichting
De inbouwrichting van de goten loopt altijd tegen de stroomrichting in en begint bij de aansluiting op de basisleiding of bij de zandvang element. Als de elementen in twee verschillende richtingen worden gelegd, moet de profielsponning met een flex worden verwijderd of moeten bij het samenkomen van de elementen eindwanden worden gebruikt om een spleet te voorkomen. Bij het leggen moet er in het algemeen op worden gelet dat de afzonderlijke gootelementen verticaal worden geïnstalleerd en niet tegen elkaar worden geschoven!
Beginselen voor de aanleg van afvoergoten
- Alle geleverde onderdelen moeten worden gecontroleerd op perfecte staat. Beschadigde onderdelen mogen niet geïnstalleerd worden!
- De keuze van de meest geschikte installatiemethode voor uw geval is de verantwoordelijkheid van de in opdracht gegeven gespecialiseerde adviesbureau, die over de nodige kennis beschikt om de situatie te beoordelen.
- Het type installatie van de afvoergoten is afhankelijk van de installatieplaatsen met de bijbehorende verkeersbelasting en de geplande verharding. De inbouwplaatsen zijn in EN 1433 onderverdeeld in de klassen A 15 tot en met F 900. Vanaf klasse C moeten alle afdekroosters verkeersveilig worden bevestigd. De fundering van de afvoergoten moet in overeenstemming zijn met de verkeersbelasting.
- Horizontale belastingen van het verkeer of het thermisch gedrag van de verhardig moeten worden opgenomen door een voldoende gedimensioneerde betonbekleding van de gootlichamen en door dilatatievoegen die in de lengterichting van de goot worden aangebracht, in het bijzonder in aangrenzende betonoppervlakken. Voegen dwars op de gootreeks moeten altijd op de gootvoeg worden aangebracht. De inbouwrichting van de goten loopt altijd tegen de stroomrichting in en begint bij de aansluiting op de riolering.
- Aangrenzende verharding moeten 5 mm hoger worden aangebracht dan het oppervlak van het afdekrooster of de randbescherming, rekening houdend met latere zettingen en inklinking. Er moeten passende maatregelen worden genomen om te voorkomen dat het wegdek en de goten wegspoelen en onderlopen.
- Wanneer extreme horizontale krachten over het lijngoot te verwachten zijn, b.v. bij wegovergang, opritten of op autosnelwegen, moeten de afvoergoten zijdelings worden beveiligd met gewapend wegdekbeton.
Belastingsklassen volgens DIN EN 1433
Klasse A 15
Voetpaden, fietspaden, groen stroken
Klasse B 125
Voetgangerszones, parkeerplaatsen
Klasse C 250
Bermen, parkeerplaatsen
Klasse D 400
Openbare wegen en parkeerterreinen
Klasse E 600
Industrie, defensie, hoge wiellasten
Klasse F 900
Vliegvelden, industrieterreinen, zeer hoge wiellasten
Betonommanteling volgens DIN EN 1433
Type I
Afvoergoot die geen dragende fundering en/of ommanteling nodig heeft om bij plaatsing verticaal en horizontaal optredende belastingen te kunnen afdragen.

Type M
Afvoergoot die een dragende fundering en/of ommanteling nodig heeft om bij plaatsing verticaal en horizontaal optredende belastingen te kunnen afdragen.

Aansluitmogelijkheden op de basislijn
Afvoerelement
met afdichtingsring

Zandvang element
met emmer

HYDROblock F 900
Asfalt / bestrating
Type I
- 1. asfalt
- 2. asfalt - bindmiddel
- 3. dragende fundering
- 4. beton
- 5. vorstvrije, dragende ondergrond
- 6. betonommanteling
- 7. bestrating
x (volgens statica) | |
---|---|
D 400 | 15 cm beton C25/30 |
E 600 / F 900 | 20 cm beton C25/30 |
z (volgens statica) | |
---|---|
D 400 | 20 cm beton C25/30 |
E 600 / F 900 | 25 cm beton C25/30 |
HYDROline F 900
Betonnen rijweg / bestrating
Type I
- 1. bestrating
- 2. bestrating bedding
- 3. dragende fundering
- 4. beton
- 5. vorstvrije, dragende ondergrond
- 6. dilatatievoeg
- 7. betonnen rijweg
z (volgens statica) | |
---|---|
C 250 | 15 cm beton C25/30 |
D 400 | 20 cm beton C25/30 |
E 600 / F 900 | 25 cm beton C25/30 |
HYDROline PRO F 900
Mastiekasfalt
Type I
- 1. voegmassa
- 2. mastiekasfalt
- 3. vloerplaat van gewapend beton (volgens statica)
- 4. Bitumen lasnaad (5 mm)
- 5. 2-K Epoxyharslijm
Betonbedding volgens de statica van de respectieve belastingklasse.
TOP / MAXI A 15 - F 900
Asfalt
Type M
- 1. asfalt
- 2. asfalt - bindmiddel
- 3. dragende fundering
- 4. beton
- 5. vorstvrije, dragende ondergrond
x y z (volgens statica) | |
---|---|
A 15 | 10 cm beton C25/30 |
B 125 / C 250 | 15 cm beton C25/30 |
D 400* | 20 cm beton C25/30 |
E 600 / F 900* | 25 cm beton C25/30 |
*Niet geschikt voor dwarse afwatering van gebieden met veel verkeer!
TOP / MAXI A 15 - F 900
Betonnen rijweg
Type M
- 1. betonnen rijweg
- 2. dragende fundering
- 3. vorstvrije, dragende ondergrond
- 4. beton
- 5. dilatatievoeg
x z (volgens statica) | |
---|---|
A 15 | 10 cm beton C25/30 |
B 125 / C 250 | 15 cm beton C25/30 |
D 400* | 20 cm beton C25/30 |
E 600 / F 900* | 25 cm beton C25/30 |
*Niet geschikt voor dwarse afwatering van gebieden met veel verkeer!
TOP / MAXI A 15 - C 250
Bestrating
Type M
- 1. bestrating
- 2. bestrating bedding
- 3. dragende fundering
- 4. beton
- 5. vorstvrije, dragende ondergrond
x y z (volgens statica) | |
---|---|
A 15 | 10 cm beton C25/30 |
B 125 / C 250 | 15 cm beton C25/30 |
TOP / MAXI D 400 - F 900
Bestrating
Type M
- 1. bestrating
- 2. bestrating bedding
- 3. dragende fundering
- 4. beton
- 5. vorstvrije, dragende ondergrond
x y z (volgens statica) | |
---|---|
D 400 | 20 cm beton C25/30 |
E 600 / F 900 | 25 cm beton C25/30 |
De bestrating moet zodanig worden aangebracht dat er geen dynamische dwarskrachten op de gootwanden werken. Dit wordt bereikt door de bestrating in het beton vast te leggen.
TOP / MAXI A 15 - C 250
Trottoirband
Type M
- 1. bestrating
- 2. bestrating bedding
- 3. dragende fundering
- 4. beton
- 5. vorstvrije, dragende ondergrond
y z (volgens statica) | |
---|---|
A 15 | 10 cm beton C25/30 |
B 125 / C 250 | 15 cm beton C25/30 |
Sleufgoot C 250
Bestrating
Type M
- 1. bestrating
- 2. bestrating bedding
- 3. dragende fundering
- 4. beton
- 5. vorstvrije, dragende ondergrond
x y (volgens statica) | |
---|---|
A 15 | 10 cm beton C25/30 |
B 125 / C 250 | 15 cm beton C25/30 |
z = min. 4 cm
Sleufgoot C 250
Trottoirband
Type M
- 1. bestrating
- 2. bestrating bedding
- 3. dragende fundering
- 4. beton
- 5. vorstvrije, dragende ondergrond
x y (volgens statica) | |
---|---|
A 15 | 10 cm beton C25/30 |
B 125 / C 250 | 15 cm beton C25/30 |
z = min. 4 cm
Sleufgoot D 400
Bestrating
Type M
- 1. bestrating
- 2. bestrating bedding
- 3. dragende fundering
- 4. beton
- 5. vorstvrije, dragende ondergrond
x y (volgens statica) | |
---|---|
D 400 | 20 cm beton C25/30 |
z = min. 12 cm
De bestrating moet zodanig worden aangebracht dat er geen dynamische dwarskrachten op de gootwanden werken. Dit wordt bereikt door de bestrating in het beton vast te leggen.
Sleufgoot D 400
Trottoirband
Type M
- 1. bestrating
- 2. bestrating bedding
- 3. dragende fundering
- 4. beton
- 5. vorstvrije, dragende ondergrond
x y (volgens statica) | |
---|---|
D 400 | 20 cm beton C25/30 |
z = min. 12 cm
De bestrating moet zodanig worden aangebracht dat er geen dynamische dwarskrachten op de gootwanden werken. Dit wordt bereikt door de bestrating in het beton vast te leggen.
MINI A 15 - C 250
Bestrating
Type I
- 1. bestrating
- 2. bestrating bedding
- 3. dragende fundering
- 4. beton
- 5. vorstvrije, dragende ondergrond
z (volgens statica) | |
---|---|
A 15 | 10 cm beton C25/30 |
B 125 / C 250 | 15 cm beton C25/30 |